- Wie een huis van 365.000 euro koopt is gemiddeld 20.075 euro kwijt aan eenmalige kosten, zoals overdrachtsbelasting en notariskosten
- Daarnaast moet je over dertig jaar circa 316.770 betalen aan hypotheekrente, lokale belastingen, verzekeringen en onderhoud
- In totaal betaalt een huizenbezitter over dertig jaar 701.845 euro aan woonlasten. Voor een huurder in de vrije sector is dat circa 716.654 euro.
- Kopen is dus per saldo iets voordeliger. Bovendien bouw je vermogen op.
De Nederlandsche Bank (DNB) wil het verschil in kosten tussen kopen en huren verkleinen, omdat starters die een huis willen huren in de vrije sector een stuk duurder uit zijn dan starters die een huis willen kopen.
Een van de manieren om het gat te dichten zou een verhuizing van de woning naar box 3 kunnen zijn. Huiseigenaren zouden over hun woning dan net zoveel belasting betalen als over hun spaargeld.
In hoeverre heeft DNB een punt? We zetten alle kosten voor huizenkopers en huurders voor je op een rij.
Aankoopprijs
De meest in het oog springende kostenpost is de aankoopprijs. De huizenprijzen zitten al bijna acht jaar onafgebroken in de lift. De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande koopwoning bedroeg in het vierde kwartaal 365.000 euro, zo heeft de NVM becijferd.
De prijs van een gemiddelde nieuwbouwwoning steeg met 9,2 procent tot 421.000 euro.
Overdrachtsbelasting
Zodra de koop is beklonken, begint de teller te lopen. Allereerst klopt de Belastingdienst aan. Eigenaren van nieuwbouwwoningen en starters tussen de 18 en 35 jaar zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De rest moet 2 procent van de koopsom afdragen aan de fiscus. Koop je een huis van 365.000 euro, dan komt dat neer op 7.300 euro.
Koop je een huis waarin je niet zelf gaat wonen – bijvoorbeeld omdat je het wil verhuren of wil gebruiken als vakantiehuis – dan is dat zelfs 8 procent.